Overschat uw lezer niet
Een op de zeven Vlamingen heeft moeilijkheden om teksten te lezen*. Daarbij komt dat we steeds vluchtiger lezen – op onze smartphone of al zappend van de ene website naar de andere. Toch schrijven veel bedrijven en organisaties op een hoog leesniveau. Met moeilijke woorden, verouderde taal en lange zinnen. Wilt u uw lezer ervan overtuigen om iets te doen of te kopen? Dan doet u dat het best in klare taal.
Hoezo Jip en Janneke?
Al lachend heeft men het weleens over jip-en-janneketaal, verwijzend naar de verhalen van Annie M.G. Schmidt. Moeten we dan voortaan in kindertaal schrijven? Nee, maar we komen wél in de buurt. Want de teksten over de twee schavuiten blinken uit in:
- actieve zinnen,
- vraag en antwoord,
- korte zinnen en zinnen van één woord,
- werkwoorden in de tegenwoordige tijd,
- verbindingswoorden zoals ‘want’ en ‘maar’, ‘en’ en ’toen’.
Niet zo kinderachtig, toch?
Schrijf spreektaal
Moraal van het jip-en-jannekeverhaal? Schrijf eenvoudig, niet simplistisch. Trakteer uw algemene publiek op klare taal. En bewaar de technische details op een dieper niveau voor de expert. Schrijf in spreektaal – zonder vaktermen of literaire hoogstandjes. Zo begrijpt uw lezer in één oogopslag wat u hem te bieden hebt. En houdt u zijn aandacht vast – tot hij overgaat tot de kern van de zaak: kopen, bellen en mailen.
Download het schrijftipboekje voor meer tips.
* Bron: www.piaac.ugent.be.
Foto: Fiep Westendorp